Aad en de Drie-Eenheid 2

Aad en de Drie-Eenheid 2

In mijn zoektocht naar de onderbouwing van de leer over de Die-Eenheid begin ik in het eerste hoofdstuk van de brief aan de Hebreeën. Zoals we die kunnen vinden in de Bijbel. Ik kies voor dit hoofdstuk om dat ik van mening ben dat in dit hoofdstuk argumenten naar boven komen die in tegenspraak zijn met de leer van de Heilige Drie-Eenheid. Daarbij maak ik vaak gebruik van twee vertalingen. Die ik dan met elkaar kan vergelijke of kan gebruiken om elkaar aan te vullen. 

Hebreeën 1:1.

Statenvertaling: [1] God heeft voortijds veelmaal en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon.

Nieuwe Bijbel Vertaling [1] Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten; nu in de einde van de tijd heeft Hij tot ons gesproken door de Zoon

God heeft gesproken door de profeten. Eerlijk gezegd kan ik mij niet voorstellen dat de Zoon er niet bij betrokken was als de Profeten spraken.

Mattheus 11:27a.

Statenvertaling: Alle dingen zijn mij overgegeven.

Nieuwe Bijbelvertaling: Alles is mij toevertrouwd door de Vader.

Dus dan komen we als vanzelf terecht bij:

Johannes 1:1 HSV.

In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.

Met de bij geleverde verwijsteksten. Overgenomen van: https://herzienestatenvertaling.nl/teksten/johannes/1

Spr. 8:221 Joh. 1:1 1 Joh. 1:2

De kenners onder u weten dat ‘Het Woord’ een van de vele namen is waar Jezus Christus mee genoemd wordt. Hij is het levende woord van God. Als Jezus zelf zegt dat alles aan Hem is toevertrouwd door God de Vader dan betekent dat, dat de Vader alles doet doormiddel van Jezus, de Zoon van God. God legt contact met de mensen door middel van ‘Het Woord’. Dus als wij spreken over ‘Het Woord’ dan gaat het over Gods boodschap voor de wereld en het gaat over de Zoon van God die ervoor zorgt dat deze boodschap bij de mensen terecht komt. Zo begrijpen wij al iets meer van Mattheus 11:27a.        

Wat is daar nu verder nog over te zeggen?

Het doet mij denken aan de verhouding tussen de Farao en Jozef. De farao had een probleem. Hij was door God, door middel van een droom op de hoogte gesteld van een naderende ernstige hongersnood. Goede raad was duur. Maar Jozef kon hem een weg wijze om de hongersnood te overleven samen met heel Egypte en ook nog ten bate van de omringende volkeren. De farao besluit dan om heel het beleid en bestuur over zowel zijn familie als heel Egypte In de handen van Jozef te leggen. Deze Jozef zal als onderkoning het beleid voeren en over alles regeren als ondergeschikte van de Farao.

Genesis 41:38-41 HSV.

[38] Daarom zei de farao tegen zijn dienaren: Zouden wij ooit iemand kunnen vinden als deze man, in wie de Geest van God is? [39] Daarop zei de farao tegen Jozef: Aangezien God u dit alles heeft bekendgemaakt, is er niemand zo verstandig en wijs als u. [40] U zult zelf over mijn huis gaan en heel mijn volk zal uw bevel eerbiedigen. Alleen wat de troon betreft, zal ik meer aanzien hebben dan u. [41] Verder zei de farao tegen Jozef: Zie, ik stel u hierbij aan over heel het land Egypte. https://herzienestatenvertaling.nl/teksten/genesis/41

Vele Bijbel leerlaren zien Jozef als een type van Jezus. Iemand die met zijn leven een beeld geeft wat ons aan Jezus doet denken. Dus Jezus die namens zijn hemelse vader alles doet in opdracht van God. Daarbij moeten wij ons realiseren dat onze God ook de God van Jezus is.

Er zijn mensen die op de een of andere manier geloven dat Jezus begint te zijn als Hij geboren wordt uit de maagd Maria. Dat kan ik onmogelijk geloven want Jezus was immers betrokken bij de schepping van alle dingen.

Johannes 1:1-3 HSV.

[1] In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. [2] Dit was in het begin bij God. [3] Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is.

Heb ik nu al aangetoond dat de leer van de Heilige Drie-Eenheid een dwaling is. Nee, alles op zijn tijd. Wij bestuderen gewoon het eerste hoofdstuk van de Hebreeën brief en dat doen we zorgvuldig. Dan komen we vanzelf uit bij ons onderwerp, en wat de schrift daar wel of niet over zegt. Maar over Jezus die er al was toen de Hemel en de aarde geschapen werd het volgende uit:

Spreuken 8

[22] De HEERE bezat Mij aan het begin van Zijn weg, al vóór Zijn werken, van oudsher. [23] Van eeuwigheid af ben Ik gezalfd geweest, vanaf het Joh. 1:1 begin, vanaf de tijden voordat de aarde er was.

Ik adviseer u dit hele hoofdstuk te lezen.

https://herzienestatenvertaling.nl/teksten/spreuken/8#22

Maar dan moet ik u er toch op wijze dat de Nieuwe Bijbelvertaling vers 22 anders vertaald.

De Heer heeft Mij voor al het andere geschapen,

Geschapen dus! Hoe komen de vertalers van de Nieuwe Bijbel vertaling erbij Jezus via spreuken 8 te omschrijven als iemand die door God geschapen is. Zijn die vertalers soms ook volgelingen van Arius? Nee dat laatste gelooft niemand. Maar toch hebben zij vers 22 zo vertaald. Ik geef u een brontekst zoals die gebruikt woord door het Centrum voor Bijbel onderzoek van uit hun studie Bijbel. Dan geef ik de letterlijke vertaling door van het Hebreeuws.  

De Here bracht mij voort (als) begin van zijn weg.

Daarbij komt dat God de Vader niet alleen onze God is maar ook de God van Jezus Christus.

Johannes 20:17b

Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God.

wordt vervolgd.